“Ja, ik was een snelle donder, niet alleen op het veld. Ook als directeur was ik zakelijk, tactisch en scherp, maar als puntje bij paaltje kwam, wilde ik ook aardig gevonden worden en dropte daarom nog wel eens een luchtige kwinkslag. Tot vorige week vond ik dan ook dat de vele metaforen die ik rond appte uitermate spitsvondig waren in plaats van grensoverschrijdend. Bijvoorbeeld die over mijn forse Amsterdammertje en zijn jacht op het vierde kruisje, wat namelijk al jaren de clubfilosofie is. Of die over het feit dat ik geen moeite heb met de ‘rode kaart’ oftewel de maandelijkse periode, omdat ik als vleugelspits elk type maandverband weet te trotseren. Het hoorde allemaal bij de frivoliteit van het spel. maar de huidige tijd verandert sneller dan ik ooit geweest ben en heeft me uiteindelijk keihard ingehaald. In een organisatie waar ik de enige ben die eerlijk zegt wat ie denkt en waar het op staat, wil ik daarom niet meer functioneren. Maar uiteraard steek ik de hand ook in eigen boezem, wederom via diezelfde clubtraditie: Ik heb wellicht mooi spel op de mat gelegd, maar uiteindelijk niet gescoord en tja………dan moet je opstappen!”