En daar lag ze dan. De eerste binnen ons gezin die de grote oversteek heeft gemaakt. Wat een sterke, stoere vrouw. Mijn moeder!
Als een kind zo bang voor dementie en nog banger voor het gekkenhuis heeft ze uiteindelijk gekregen wat ze niet verdiende: zowel de vasculaire- alsook de Alzheimer dementie en natuurlijk, als slagroom op de taart, het gekkenhuis. Haar vader was ooit om begrijpelijke redenen doorgedraaid, maar om onbegrijpelijke redenen in het gekkenhuis geplaatst, dus was ze oh zo bang dat dit fijne lot ook haar boven het hoofd zou hangen. Met het zwaktebod: “Als jullie me daarin wegstoppen, maak ik mezelf van kant!”, heeft ze de familie sinds de dood van haar vader dan ook gechanteerd. Maar eigenlijk moet het gekkenhuis hier meer worden gezien als de soep die uiteindelijk nooit zo heet wordt gegeten. Mijn opa schopte het veertig jaar geleden namelijk niet verder dan de afdeling neurologie, wat in die tijd inhield dat je niet helemaal goed wijs was, terwijl mijn ma in 2006 uiteindelijk op de gesloten afdeling van de geestelijke gezondheidszorg mocht vertoeven, maar dat puur en alleen voor wat onderzoeken, om drie luttele maanden later definitief in de beslotenheid van een verpleegtehuis te mogen gaan wonen. Maar met haar wat kinderlijke beleving op beide momenten, het ene vanwege haar toen nog jonge, en het andere vanwege haar oude leeftijd nu en het simpele feit dat je dit soort patiënten beter niet tegenspreekt, was het voor haar, maar ook voor ons een gekkenhuis!
Ondanks dat dementie een dodelijke afloop kent, ben ik ervan overtuigd dat ze voet bij stuk heeft gehouden en zelf een einde heeft gemaakt aan haar leven, puur en alleen op wilskracht. Dat de menselijke wil sterk is staat buiten kijf, maar dat mijn moeder en ik een paranormale band hadden vereist een sterk geloof. Om dit laatste te bewijzen, moet ik vijfentwintig jaar terug in de tijd.
Tot volgende week zondag!
Sebastiaan J. Bitterzoet