“Trek ik ’s morgens de gordijnen van mijn slaapkamer open, kijk ik recht in de ogen van een joekel van een gorilla. Hij zat in een boom in mijn achtertuin en keek me met vurige indringende ogen, aan.” Wolbodo Knallema rilt nog eens heftig na bij die gedachte. “Ik heb dus meteen de gemeentelijke G.O.D. gebeld, de Gorilla Ophaal Dienst, en eerlijk is eerlijk, het busje reed binnen luttele minuten voor. Een ambtenaar met in de ene hand een geweer en in de andere een hondenriem met aan het uiteinde een teckel, betrad nog geen 30 seconden later via de voordeur mijn tot dan toe veilig gewaande stulpje. Hij legde uit dat ik de teckel en het geweer moest overnemen, zodat hij de boom in kon om die rare vogel eruit te werken. “Ik sla hem op zijn muil,” zei hij, ” en dan valt ie van zijn tak. Op dat moment laat jij de teckel los die getraind is om gorilla’s in hun kruis te bijten. Gorilla’s ruiken dat en plaatsen hun klauwen daardoor over hun edele delen. Ondertussen ben ik alweer uit de boom en sla hem in die houding dus met gemak in de boeien!” en hij wees met een knipoog naar de handboeien aan zijn broekriem. Maar wat moet ik dan met dat geweer? vroeg ik hem. “Wanneer die gorilla mij uit de boom slaat, moet je onmiddellijk die teckel doodschieten!””