“Begint dat gezeur nu ook in onze branche?’ verzucht pianiste Gé van der Sleutel. “Bij vocalisten is dat gejengel inmiddels ingeburgerd, maar wie verwacht dat in de wereld van de toetsenisten? De enige wereld waarin zwart en wit al jaren in harmonie naast elkaar functioneren! Maar ineens zijn de rapen gaar en moeten er harde noten gekraakt worden. De ene groep roept in mineur dat er acht witte toetsen in een octaaf zitten en maar vijf zwarte, terwijl de andere groep zich afvraagt of de zwarte toetsen soms verheven zijn, omdat ze met kop en schouders boven de witte uitsteken. En nu het hek van de dam is, zullen er ongetwijfeld partijen opstaan met valse noten op hun zang en personen die ook eens keer de eerste viool willen spelen, al is het niet eens in een strijkorkest!”