“Geen handvol, maar een landvol!” Gerben Straatmans warmt zich aan het zoveelste schip dat hij achter zich verbrandt. “Geweldig zo’n doos. Je wipt er naar behoefte in en uit en pakt gewoon elke dag een nieuwe. Geen verplichtingen, verantwoordelijkheden of andere beperkingen van de levensvreugde, dus is het bijna de hemel op aarde!” Marieke In ’t Veld is echter beduidend minder enthousiast. “Ik hecht me nogal snel en heb moeite met veranderingen. Op den duur merk je door het intensieve gebruik dan toch dat je doos vochtig wordt en gaat stinken. Ook heb je te maken met mannelijke lotgenoten die denken dat die van mij de zoete inval is dus kan het er nog al eens grensoverschrijdend, maar wel lekker ruig aan toe gaan. En na de voorbije koude periode hebben ze nog meer zin in een doos dan in een muts!”