Ik ben bang, doodsbang! Bang dat ik doodga. En dat is nieuw voor mij. Ik ben er wel altijd van overtuigd geweest dat ik niet oud zou worden en irriteer me mateloos aan de dood, omdat ik niet kan uitstaan dat het leven daarna gewoon doorgaat zonder mij, maar nu ben ik daarbij ook nog eens ordinair bang. Aangezien ik nog heel veel dingen wil doen die door het sterven tamelijk onmogelijk worden gemaakt, vind ik de dood zelfs laf. Waar die paniek dus ineens vandaan komt is voor mij al net zo’n raadsel als het doodgaan en het doodzijn zelf.
Wordt het overlijden bijvoorbeeld een vreselijke of pijnlijke happening, waar ik op dat moment gewoon even doorheen moet? Zak ik weg zoals ik altijd in slaap val? Dan is het goed, want van mijn diepste slaap ben ik me ook niet bewust. Eigenlijk ben ik dus veel meer bang voor het niet meer wakker worden, want je wordt je pas bewust van welke slaap dan ook door te ontwaken. En wat staat me daarna te wachten? Word ik niet meer wakker uit een slaap die nog dieper is dan de diepste slaap, dan ervaar ik helemaal niets meer, is er niets meer, en is er feitelijk niets aan het handje. Is er na het niet meer ontwaken wel iets als een hemel of ander concurrerend, liefst Caribisch, paradijs waar je het zelfs zoveel malen beter hebt dat je nooit meer terugwilt, dan is er ook al niks aan de hand! Waar maak ik me dus in hemelsnaam druk over?
Over mijn partner natuurlijk, want ik ben me er terdege van bewust dat het voor haar een eenzame uitvaart gaat worden. Door mijn impulsief effectieve als ook effectief impulsieve leven namelijk, heb ik niet echt een blijvende sociale kring opgebouwd. Ik zal dus verdwijnen via het niets naar de vergetelheid. Die voor mij simpele route zal echter voor haar net even anders geplaveid zijn. Het lijkt me om te beginnen verschrikkelijk voor haar om me dood aan te treffen naast zich in bed, in mijn tv-stoel bij thuiskomst van haar werk, of op welke andere manier dan ook. Maar misschien gaat zij wel net zo makkelijk met het overlijden van een ander om als ik, of is het voor haar zelfs een verlossing. De dood hoort namelijk bij het leven.

Wanneer magere Hein zich op een levenspad begeeft, terwijl de eigenaar daarvan dat pas net heeft uitgestippeld en nog niet of nauwelijks heeft kunnen bewandelen, vind ik dat natuurlijk op allerlei manieren sneu, maar slechts voor de dode zelf. Ik had echter ook al geconcludeerd dat de dood voor hem of haar helemaal geen vervelend iets hoeft te zijn. Een sterfgeval houdt me dus wel bezig, maar heeft me nooit pijn of verdriet gedaan. Ik vind het sterven veel meer fascinerend en ongrijpbaar, dus een uitdaging. Ik, die alles wil begrijpen, kunnen bewijzen en verklaren, zie mijn onwetendheid over de dood dan ook als een behoorlijke doorn in het oog, waardoor ik, net als mensen met hoogtevrees de neiging hebben om te springen, me wil storten in het proces van het doodgaan en dood zijn. En dat gaat vele malen verder dan fantaseren over opgebaard liggen in een openstaande kist, over wie er allemaal langskomt en, wat ook belangrijk schijnt te zijn, wie er daarvan allemaal naar de snotterlap grijpt. Dat huilen namelijk zie ik als aangeleerd beleefdheidsgedrag. De rest huilt, dus huilen we gezellig mee. Blijk ik achteraf schijndood te zijn, dan baalt minstens tachtig procent.
Wellicht heeft dit te maken met mijn zelfbeeld, waardoor ik me niet voor kan stellen dat er om mij wordt gehuild, maar ik denk toch meer dat mensen huilen om hun eigen verlies en om hoe zielig ze daarom wel niet zijn op dat moment. Toch heb ik ook zelfstandig gehuild toen mijn ouders overleden. Bij mijn ma, omdat haar leven eindigde op de manier die ze pertinent niet wilde en bij mijn pa, omdat hij vertrouwde op de artsen en daardoor volledig onnodig en ook nog eens op een pijnlijke manier stierf. Geen moment echter heb ik gehuild om mijn eigen verlies, want dat zou egoïstisch zijn geweest. Ik was hen kwijt, maar zij waren dood en dat was vele malen erger en eigenlijk ook totaal weer niet. Wel ben ik sindsdien jaloers, want zij weten nu wat er na de dood is.
Ik wil dat traject dus zo onderhand ook wel eens meemaken, maar dan nog zonder het definitieve karakter daarvan. Helaas is dat dan net weer niet mogelijk en dat frustreert als jeuk aan een been in het gips, waar je op geen enkele manier bij kunt!

Tot volgende week zondag!
Sebastiaan J. Bitterzoet

Lees hier deel 1: https://cyniclowns.online/2024/03/31/zondagbijlage-gaat-de-dood-echt-over-lijken-deel-1/
Lees hier deel 2: https://cyniclowns.online/2024/04/07/zondagbijlage-gaat-de-dood-echt-over-lijken-deel-2/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *